Een Vleugje Velours, Ter Lering ende Vermaak

Aan de blaadjes kun je het nog amper zien, maar het is nu toch echt herfst. In deze tijd van het jaar draag ik graag zachte, warme stoffen. Fluweel, velours, corduroy, heerlijk. Ik wil toch nog wat rokken voor herfst en winter naaien, dus ik koop er een paar, waaronder deze mooie nicky velours.

Middernachtblauwe nicky velours met stippen en tulpen
Nicky velours

Wat aaibare stoffen als velours en corduroy met elkaar gemeen hebben, is dat het stoffen met vleug zijn. Het oppervlakte bestaat uit ‘haartjes’ die allemaal dezelfde kant op liggen. Als je naar de ene kant over de stof strijkt, voelt hij glad. Strijk je de andere kant op, dan voelt hij ruwer, en je ziet dat de lichtval op de stof verandert.

Nicky velours tegen de haren in gestreken
Tegen de haren in gestreken

Het zijn al die haartjes die velours zijn warme en luxe uitstraling geven, maar ze maken dit soort stoffen ook wat lastiger om mee te werken. Je kunt er bijvoorbeeld het beste met de strijkbout van afblijven, anders pers je die mooie opstaande haartjes plat. En in plaats van stevig te blijven liggen, heeft velours de neiging om te verschuiven, vooral als je twee lagen op elkaar legt. Het kan dan ook handig zijn om je patroon uit een enkele laag stof te knippen, in plaats van de stof dubbel te vouwen. En om heel veel spelden te gebruiken als je lagen op elkaar naait.

Iets waar je zeker op moet letten, is dat je je patroondelen allemaal in dezelfde richting knipt. De vleug heeft er namelijk zoveel invloed op hoe het licht op je stof valt, dat twee stukken stof met tegengestelde vleug bijna andere kleuren lijken te hebben.

De vleug van het nicky velours van twee kanten bezien
Boven: vleug naar me toe. Onder: vleug van me af.

Maar in welke richting moet je je patroondelen dan leggen? Met de vleug van boven naar beneden, of met de vleug van beneden naar boven?
Traditioneel worden de meeste kledingstukken geknipt met de vleug van beneden naar boven. Je kijkt dan in de vleug, waardoor je de kleur mooi diep waarneemt. Op de foto is dat het bovenste stukje stof, dat zo diep donkerblauw is dat het zwart lijkt. De grote uitzondering hierop zijn jassen, die traditioneel met de vleug van boven naar beneden worden geknipt. Als het regent, rollen de druppels dan makkelijker van de stof af. Op deze manier geknipt glanst de stof meer en lijken de kleuren lichter, zoals de onderste stof op de foto.

Tegenwoordig wordt hier allemaal een stuk minder op gelet. Op websites en in boeken lees je dat het niet uitmaakt, zolang je alle patroondelen dezelfde kant op knipt. Het is een idee waar ik het normaal erg mee eens zou kunnen zijn. Diepere matte kleuren of lichtere glanzende kleuren, dan is alleen een kwestie van stijl, toch?
Toch niet. Er is een hele goede reden om velours voor jurken en rokken altijd met de vleug van beneden naar boven te knippen. En die reden heeft te maken met graan.

Gerst
Gerst

Als kind ging ik vaak met mijn ouders en broer wandelen. Hele stukken door de natuur liepen we. Als we verwilderde korenaren tegenkwamen, plukten mijn broer en ik die wel eens. we stopten dan zo’n korenaar in een broekspijp of mouw, en wandelden verder. Door onze bewegingen ging de korenaar dan ‘reizen’, en door de ‘haren’ op zo’n korenaar kon hij maar één kant op. Na een tijdje kwam hij dan vanzelf ergens anders tevoorschijn, bijvoorbeeld in je nek. Hilarisch vonden we dat.

Ik heb een (gekocht) velours jurkje waarvan de vleug naar beneden loopt. Leuk model, zit lekker, en de glans van een neerwaardse vleug past wel bij de print. Toch draag ik hem zelden, sinds die noodlottige dag in oktober.

Leuk jurkje, verkeerde vleug
Leuk jurkje, verkeerde vleug

Het was een zonovergoten herfstdag. Zo’n dag dat je denkt, met een warm jurkje kan het misschien nog nét, met blote benen. En het zou wel eens de laatste kans kunnen zijn. En ja, met mijn velours jurkje kon het inderdaad best nog. Halverwege de ochtend schoot ik mijn jasje aan en wandelde naar de supermarkt. Een beetje fris, maar ik genoot van de zon op mijn huid.
Pas op de terugweg merkte ik dat het nu wel wat erg fris werd. En dat ik dat frisse briesje voelde op plekken waar ik helemaal geen briesje verwachtte te voelen. Dus voelde ik achter me, en ontdekte dat mijn leuke jurkje ongemerkt dit had gedaan:

Jurk opgekropen tot boven billen
De verkeerde vleug onder een jasje

Een enorm avant-garde omgekeerde hi-lo hem dus. Met andere woorden: het jurkje was opgekropen tot bóven mijn billen. Niet omdat het te strak zat, maar door die vleug. Het jurkje had hetzelfde gedaan als die korenaar van vroeger. Door mijn bewegingen verschoof het jurkje telkens een beetje. En door de vleug in combinatie met de druk van het jasje, kon het maar één kant op: omhoog. Daar stond ik dus, in mijn onderbroek midden op straat.

Grote witte oma-onderbroek
Onderbroek

En natuurlijk was dat nou net de dag dat ik zo’n grote, degelijke, oh zo comfortabele maar oh zo oncharmante oma-onderbroek had aangetrokken. Zo’n witte. Niet dat er onderbroeken zijn waarmee ik wel graag op straat gespot wil worden, maar toch. Wat zeker ook niet hielp is dat er precies op dat moment een busje naast me stopte. “Ik wilde je net waarschuwen,” riep de bestuurder, die in mijn verbeelding amper zijn lachen kon inhouden.

"Ik wilde je net waarschuwen!"
“Ik wilde je net waarschuwen!”

Met schaamrood op de kaken trok ik mijn jurkje naar beneden, stamelde ‘haha, ja, dankjewel’ en haastte mij naar huis. Waarbij ik iedere drie stappen voor de zekerheid mijn jurkje nog eens naar beneden trok. Thuis aangekomen trok ik gauw wat anders aan, en sindsdien is het velours jurkje nog maar een paar keer uit de kast gekomen. Als ik zeker wist dat ik er niets, nog geen tas op zou dragen.
Dus, dames en heren die jurken of rokken naaien: het maakt wel degelijk uit, de richting van die vleug. Vleug omlaag, rokje omhoog. En dat willen we niet.

Maar goed, met het beeld van mijn grote witte oma-onderbroek nog op het netvlies is er nog één bijzonderheid van stoffen met vleug waar ik het over wil hebben: namelijk dat zichtbaar stiksel op deze stoffen wel héél zichtbaar is. Het maakt niet uit hoe goed je de kleur garen bij de stof uitzoekt, het stiksel drukt de vleug plat. En hoe die vleug ligt, heeft invloed op de lichtval. Bij confectie wordt daar meestal geen rekening mee gehouden, dus dan ziet de zoom er zo uit:

Het stiksel valt wel heel erg op
Dit valt wel heel erg op

Het stiksel vormt een heel opvallende dikke lijn in de stof. Dat kan nog leuk zijn bij een stoer corduroy rokje, maar bij dit luxueuze velours vind ik het vooral storend. En het kán anders. Het is even wat werk, maar het allermooiste vind ik een met de hand genaaide blinde zoom. Zelf gebruik ik daarvoor graag biaisband, net als ik deed in de zoom van het Vossenrokje.

Ik zet het biaisband vast met hele kleine steekjes
Vastgezet met kleine steekjes

Aan de binnenkant zet ik het biaisband met de hand vast met hele kleine steekjes. Daarbij neem ik steeds maar één of twee draden van de buitenste stof mee, zo komt de vleug niet klem te zitten in mijn steken. Heb ik het goed gedaan, dan ziet de zoom er aan de buitenkant zo uit:

De blinde zoom aan de buitenkant
De blinde zoom aan de buitenkant

Dat ziet er een stuk beter uit!

Ik hoor en lees soms dat mensen zich zorgen maken dat hun kledingstukken er ‘zelfgemaakt’ in plaats van ‘professioneel’ uitzien. Voor mij is het het tegenovergestelde. Ik ben er trots op dat ik kleding, juist omdat ik het zelf maak, vaak een betere afwerking kan geven dan het gemiddelde H&M’etje. Als ik zoiets maak als een handgenaaide blinde zoom, dan hoop ik juist dat te zien is dat het zelfgemaakt is! Waarbij natuurlijk het lastige is: aan een blinde zoom valt nou eenmaal niets te zien…

Dit vind je misschien ook leuk...

1 reactie

  1. nicole orriens schreef:

    Wat een prachtige stof is dat! Ik kocht een velours rok tijdens mijn eerste zwangerschap, en was toen misselijk… Sindsdien kan ik geen velours zien of ik word weer misselijk. Ik baal er nog steeds van en draag die rok nooit.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.